Deze editie is ingedeeld
in de volgende hoofdstukken:
Reizigersvervoer
Uiteraard wordt in dit hoofdstuk ruim aandacht geschonken aan Mat '64.
Daarnaast de ontwikkelingen op Sprintergebied, zoals de klassieke sprinter
alsmede de SLT ( Sprinter Lighttrain). Het afvoeren van de laatste tientallen
plan V's eiste de snelle komst van nieuw materieel. Mede door een snelle
reizigersgroei was de behoefte dermate groot dat NS met spoed 58 extra
sprinters type Flirt bestelde bij Stadler in Zwitserland.
Naast NS is het op het spoor een komen en gaan van andere spoorwegmaatschappijen
met elk hun eigen kleurstijl en materieel zowel in het reizigers- als
goederenvervoer. 2016 gaf ook een aantal ernstige overwegbotsingen te
zien zoals in Winsum en Dalfsen waarbij respectievelijk de 327 en 520
naast het spoor belandden en gedeeltelijk of geheel kantelden. Bij Dalfsen
kwam hierbij de machinist om. Beide keren betrof het een treinstel van
Arriva. Editie 28 behandelt de ongevallen.
Goederenvervoer
Minder in het oog springend voor toeschouwer en reiziger is het goederenvervoer.
Veel hobbyisten zijn uitstekend op de hoogte van het rollend materieel
op reizigersgebied maar kijken vaak op als een onbekende loc, met soms
nog NS-kenmerken maar met een andere huisstijl wordt waargenomen op bijvoorbeeld
de Betuwelijn. Ex NS locs als de bont geschilderde 1619 van Captrain en
de zilveren ex NS 1621 zijn hier een goed voorbeeld van. En nog meer tot
de verbeelding spreekt natuurlijk de klassieke 1304, in bruin en gehuurd
door HSL. Overigens raakte deze defect! Dankzij editie 28 wordt hier in
een uitgebreid hoofdstuk veel aandacht aan besteed.
Afvoer,
sloop en verkoop
Een hoofdstuk dat ik meestal als eerste opsla is het hoofdstuk sloop,
verkoop en afvoer. Hier vind je meestal de plaatjes die je zelf niet kunt
maken omdat het betreden van sloopterreinen is voorbehouden aan de bekende
'Nederlanders'. Deze plaatjes mis ik dit jaar. Geen met de snijbrander
dwars doorgesneden wagenbakken of afgezaagde apenkoppen. Wel veel afvoer
op diepladers en achter dieselloks naar de vertrouwde sloopterreinen als
HKS Metals. Ook zoals te verwachten veel terzijde gesteld materieel in
afwachting van sloop. Ook is er aandacht voor de oldtimers die defect
raakten, niet zo gek na vele tientallen jaren trouwe dienst. Zo kwam EETC
1254 binnen met een defecte tractiemotor, maar raakte na herstel wederom
defect. En ook de HSL 1304 legde het loodje waarna de stoere loc voor
onbepaalde tijd werd opgesteld te Dordrecht.
In 2016 vertrokken verschillende 6400-en naar diverse Europese landen.
In een apart katern in dit hoofdstuk zien we het klaarmaken van de locs
voor hun nieuwe eigenaren. Plaatjes uit het buitenland waar we de nieuwe
inzet van onze diesels kunnen aanschouwen ontbreken nog. Wel reisde Marcel
van Ee af naar Roemenië waar we de voormalige wadlopers serie 3200
aantreffen. Dat levert weer schitterende plaatjes op in een landschap
dat doet denken aan de oude modelbaan op zolder. Het boek vermeldt verder
dat de DH-stellen in Polen reeds terzijde staan. Ter afsluiting van dit
hoofdstuk volgt nog een overzichtelijke tabel met afvoer en verkoop.
Railmusea
Nederland bezit een groot aantal stichtingen en verenigingen die zich
ten doel stellen historisch materieel voor het nageslacht te bewaren.
Stalling, financiën, hoge eisen aan het rollend materieel en vrijwilligers
maken dit goede initiatief vaak loodzwaar. Alle bewondering dus voor diegenen
die elk vrij moment onder oude treinstellen kruipen om roest en jarenlang
opgehoopt straatvuil te bikken, te schuren, te lakken en te poetsen. Daarentegen
is het rijden met het gerestaureerde materieel natuurlijk de kers op de
taart.
Editie 28 beperkt zich in het vaste hoofdstuk railmusea tot de meer actuele
zaken in 2016 en de verwachtingen voor 2017.
Meest opvallende nieuwsfeit was voor uw recensent de terugkeer van dieselloc
2454 van de Belgische firma Rail et traction International, aangekocht
door de Haarlemse vereniging BSH, die zich ook al bezig had gehouden met
het herstel van locomotor 232. Kwam de 2454 op 26 mei in deplorabele staat
naar Haarlem, reeds in oktober 2016 kon door keihard werken de gereviseerde
loc in NS-huisstijl aan het publiek worden getoond, een groot compliment
waard. In Winterswijk kreeg eindelijk na 14 jaar in weer en wind de prachtige
DE2 186 van de HSA onderdak in de gereedgekomen loods waar ook Arriva
beperkt gebruik van gaat maken.
Op 21 april 2016 werd de in de Turquoise oerkleur gespoten 1201 overgedragen
aan het spoorwegmuseum. Deze nam op 25 september tevens Plan V 876 na
de afscheidsrit binnen als museumstel. En zo kwam na 55 jaar een einde
aan een tijdperk dat in 1961 begon met de 501.
Ook in het hoofdstuk railmusea de ambitieuze plannen van een aantal spoorwegliefhebbers
om een replica van de serie 2000 van NS op de baan te brengen, een hartenwens
die door een legaat van de Stibans en een Amerikaanse cementfabriek ineens
vorm begint te krijgen. De SGB heeft zich opgeworpen om het project op
zich te nemen. Lees verder in editie 28.
Naast vele andere nieuwtjes eindigt dit hoofdstuk met de komst van vier
historische rijtuigen als decor voor een woestijnanimatie in dierenpark
Wildlands, en de verdere lotgevallen van hondekop 375 die ooit in verkeerspark
Assen was te bewonderen.
Infrastructuur
Een hoofdstuk voor de liefhebber van bouw en verbouw schenkt achtereenvolgens
aandacht aan diverse kleine vervoerders, ontwikkelingen rond stationsgebouwen,
verschillende baanvakken en de veiligheid op het spoor. N.B: over stations
gesproken: uw recensent was met vakantie in Vorden en zag daar het voormalige
NS-station te koop voor een slordige 400.000 euro. Dus voor de liefhebber:
haast u. Ook hier beperkt auteur zich tot de ontwikkelingen in 2016 en
op korte termijn.
Zoals we gewend zijn
wordt ook deze editie afgesloten met een artikel van Johan Blok, die zijn
sporen op railgebied inmiddels meer dan verdiend heeft. In het artikel
over zijn woonplaats Dieren gaat het over een project dat al 60 jaar geleden
het levenslicht zag en nu ten uitvoer wordt gebracht. Op de foto's is
een enorme bouwput zichtbaar. Bomen zijn gekapt, nieuwe portalen zijn
reeds geplaatst en over de sporen komt een passerelle. Wat dit allemaal
teweeg brengt leest u in de afsluiter van deze uitgave van de Alk.
Zoals u van mij gewend
ben, ben ik over het algemeen zeer te spreken over de uitgaven van de
Alk, die immer met veel zorg zijn samengesteld en voorzien van haarscherp
fotomateriaal. De Alk is daarbij een uitgeverij die veel belang hecht
aan het uitgeven van boeken op vervoersgebied, de sector waar wij als
hobbyisten altijd weer op gefocust zijn. Ook deze keer kan ik niet anders
zeggen dat er weer een uitmuntende uitgave kan worden toegevoegd aan de
encyclopedie die spoor editie
. vormt. Kopen dus.
|